Biomedische onderzoekers werken al verscheidene jaren aan implantaten die het mogelijk maken om schade aan het zenuwstelsel te compenseren.
Ze focussen zich op tools die problemen oplossen met elementaire cognitieve vaardigheden, zoals het verlies of aantasting van het gezichtsvermogen of het vermogen om te horen.
Bovendien kunnen implantaten ook worden gebruikt bij traumatische verwondingen aan de wervelkolom, resistente epilepsie, psychische stoornissen en chronische neuro-degeneratieve ziekten.
De technologie staat echter nog in de kinderschoenen. Wat het zo moeilijk maakt is dat levend weefsel moet kunnen communiceren met elektrische circuits, vaak door flexibele cellen die langs de ene kant water omvatten en langs de andere vaste elektroden.
Om de beperkingen van bestaande modellen te overwinnen gaan wetenschappers uit Forschungszentrum samen met elf andere instellingen die betrokken zijn bij het NeuroCare op zoek naar nieuwe mogelijkheden.
Het project lanceerde op 1 maart 2012.
In de volgende drie jaren zal het project, gecoördineerd door het Franse Commissariat à l’Energie Atomique et aux Energies Alternatives (CEA), dienen om prototypes van het netvlies, corticale en cochleaire implantaten te produceren, die vervolgens zullen verfijnd worden zodat ze in de volgende tien jaar kunnen worden op de markt gebracht.
De onderzoekers van Jülichal kenden al eerder succes met implantaten op basis van koolstof. Eind 2011, vóór de lancering van NeuroCare, groeiden ze samen met wetenschappers uit München hartcellen op een biocompatibele chip gemaakt van grafeen.
“Wij ondervonden dat de hartcellen het zeer goed doen op de grafeen-chip waardoor ze voor een gezonde hartslag kunnen zorgen.”, zegt bioloog Dr Jülich Vanessa Maybeck.
Bron: nextbigfuture.com