Met de Spinozapremies beloont de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) jaarlijks drie wetenschappers die baanbrekend werk hebben verricht in hun onderzoeksgebied. Ieder verkrijgt 2,5 miljoen euro van de NWO voor wat geldt als de ‘Nederlandse Nobelprijs’, Spinoza.
Dit jaar prijsde de Spinoza-commissie Michail Katsnelson, Bert Weckhuyzen en Piek Vossen voor hun onderzoek naar respectievelijk grafeen, katalysatoren en wordwebs.
Wij focussen vooral op grafeen-theoreticus Mikhail Katsnelson, als één van de drie winnaars van de Spinozapremies, die hij mag besteden aan nieuw onderzoek naar eigen keuze.
Mikhail Katsnelson (1957) is Rus van geboorte en sinds 2004 aan het werk als hoogleraar theoretische vastestoffysica aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Tot 2001 was hij hoogleraar aan de universiteit van Jekaterinenburg, in het Russische Oeralgebergte.
Daarna verliet hij zijn vaderland om zich te vestigen in Europa, eerst in de Zweede universiteitsstad Uppsala, later in Nijmegen.
Katsnelson is een van de grondleggers van de ontwikkeling van grafeen, het twee-dimensionale koolstofkristal dat meerdere ongewone eigenschappen bezit. Het is het sterkste materiaal ter wereld en het geleidt elektriciteit bijzonder goed.
“Niet alleen speelden de boeken van Spinoza een belangrijke rol in mijn leven, de naam van deze prijs is voor mij als Rus ook erg eervol. In Rusland zeggen we namelijk over erg slimme personen, ‘wat een Spinoza’. Het tegenovergestelde wordt misschien nog wel vaker gebruikt: ‘die man daar, dat is geen Spinoza’. “ verklaarde Katnelson in een gesprek met Scienceguide.
De grafeen-theoreticus is ook mede-auteur van Quantum Solid State Physics, een standaardwerk over vastestoffysica.
André Geim, die in 2010 de Nobelprijs voor natuurkunde kreeg voor de ontdekking van grafeen, noemde de bijdrage van Katsnelson onmisbaar.